Een Bossche patriciërsfamilie door L.F.W. Adriaenssen IIIquater. HENRICK SCHILDER348, schepen van Den Bosch in 1383349, deelde in 1397 met Christijn Roesmont een vak in de lakenhal, dat van wijlen Godscalck Roesmont was geweest.350 Van zijn vader erfde hij diens vak in het gewandhuis. Hij droeg in 1400 een erfcijns van 40 schellingen uit een huis op de Vughterdijk op aan het kapittel van de Sint-Janskerk (10 schellingen), de kloosters van de predikheren, de wilhelmieten (elk 5 schellingen), de gasthuizen van Henrick van Neynsel en Jan Toenis Vynsot (elk 5 schellingen), het Groot Ziekengasthuis en het begijnhof (elk 5 schellingen), alle Bossche instellingen.351 Het eerstgenoemde gasthuis was in 1345 gesticht en in 1355 opgericht door Henricks verwant (oudoom?) Henrick van Neynsel, die zijn huis in de Hinthamerstraat bestemde voor dertien arme vrouwen.352
Henrick Scilder kocht van Gevart van Doerne (ex matre Lijsbeth Schilder) een deel van een woonhuis en de grond van het erf in de Hinthamerstraat over de Geerlingsbrug, een brug en een streepje erf naast het goed van wijlen Adam van
| 94 | ||||||||||||||||||||||||
Neynsel. Daaraan was het recht van overpad met paarden en wagens verbonden van de Hinthamerstraat naar een weg.353 Henricks weduwe Heylwich gaf in 1423 het vruchtgebruik van een en ander aan haar zoon Claes, van wie het later vererfde op zijn dochter Fye en haar kinderen.354 Te Maren, waar zijn nakomelingen aanmerkelijke bezittingen hadden, kocht Henrick in 1371 land in die Maersche delen.355 Ook te Rosmalen was hij gegoed (geweest), met name in de steeg op Bruggen, waar hij het perceel het Eersbilleken had bezeten.356
Heylwich wijf wilner Henric Scilders357 legde in 1400 wegens achterstallige betalingen beslag op het stenen huis van wijlen ridder Henrick Dicbier aan de Markt naast de minderbroederspoort. Soortgelijke acties tegen de familie Dicbier werden ook uitgevoerd door Heymeric Groy, die was gehuwd met de weduwe van Jan Schilder, en Claes Hels en Jan Loenman, twee kleinzonen van Claes Schilder.358 Heylwich leefde nog in 1415.359
Van Heylwich en Henrick zijn twee kinderen bekend. De grootouders van dochter Lerya waren Robbert van Doerne en Zeyns360; haar oom Robbert van Doerne361 was in 1375-1399 abt van Berne en overleed op nieuwjaarsdag 1400. Een andere oom was Ygram van Doerne, een tante was Oda van Doerne.
IVbis. CLAES SCHILDER370, in 1402 en 1409 schepen van Den Bosch371, kocht in 1379 of 1380 de helft van een huis aan de Markt.372 Een van Gerit Willems Schilder gekocht huis en hof aan die aude Dyese verkocht hij weer in 1406.373 Driejaar later kocht hij een hofstede, hof en percelen land te Maren, die via legaatstelling door zijn kleinzoon Jan Schilder in 1500 vervielen aan het Groot Ziekengasthuis in Den Bosch.374 Hij was ook gegoed te Lithoijen.375 In 1419 of | 95 | ||||||||||||||||||||||||
1420 is hij overleden; de Lieve-Vrouwebroederschap ontving 6 1/2 boddragers voor het verhuren tot wtvart Claes Scilders III tortijssen metter missen.376 Hij was gehuwd met Luytgart Henricx Dicbier Goyarts377, wiens vader in 1403-1409 rentmeester-generaal was van de hertogelijke domeinen in stad en meierij van Den Bosch378 en in 1388-1429 verschillende malen schepen van 's-Hertogenbosch. Luytgart verkocht in 1422 een erf met de opstallen in de Hinthamerstraat over het water naast het erf van wijlen Jan van Neynzel tegen een erfcijns. die zij meteen in tocht aan haar kinderen overdroeg.379 Zij leefde nog in 1446.380
De kinderen381 uit dit huwelijk verwierven van Willem Marselis Willems van Megen 2/3 in 1/9 van de grove en smalle tienden van Groot-Lith. Zij deelden in 1449 de van hun ouders geërfde landerijen te Maren, die waren gelegen in Uterste Hoeve, Goeswyns Hoeve, die Handweysche Camp, den Grotencamp, den Cleynen Camp, Hengmede, die Sloven, die Hagwaey en Scilders Delen en waaraan de onderhoudsplicht was verbonden van aggeres dictas zegedijcken, sluysas, fossatas aquentes:382
| 96 | ||||||||||||||||||||||||
V. GOYART SCHILDER405, schepen van Den Bosch in 1445 (zie de afbeelding van zijn zegel hieronder) en 1452406, en in 1451-1456 meester en rector van het Groot Ziekengasthuis407, pachtte in 1439 samen met Reynier van Arkel voor 9 kromstaarten een visserij van de clarissen van Den Bosch.408 In 1428 verhuurde hij samen met Dierck Nerinc voor 29 oude schilden en een grondcijns aan het Sint-Lambertskapittel te Luik een deel van de tienden van Groot-Lith.409 Hij kocht in 1453 een huis tegenover de Korenbrug, dat zijn weduwe in 1464 krachtens hun testament en met toestemming van de executeur Willem Schilder verkocht.410 Deze, jonkvrouw Heylwich Herman Jans van Amerzoyen411, gaf in 1468 een huis in de Vughterstraat uit in erfcijns.412 Twee huizen met een achterhuis had zij | 97 | ||||||||||||||||||||||||
belast met 3 £ erfcijns ten behoeve van rijshout in de winter voor de armen.413 Zij bezat de Belen hoeve te Sint-Michielsgestel.414 Het grafschrift van Goyart en Heylwich luidde:415
Hier leijt begraven Goijvaert Schilders, sterft int
De kinderen uit dit huwelijk waren:416jaer 1457, op St. Bernaert en jouffrou Beijlike sijn huijsvrou, sterft 1499, den 29 april en Jan Schilders haer soon sterft 1500 den 25 meert.
| 98 | ||||||||||||||||||||||||
Vbis. WILLEM CLAESS SCHILDER431 verhuurde in 1446 8 hond land in Leyt Haeuwen Kempken onder Maren voor 2 1/2 petersgulden, elk jaar te betalen met Sint Maarten.432 In hetzelfde jaar verkocht hij samen met zijn broer Goyart en zus Lerya een erfpacht van 1/2 mud rogge Bossche maat uit onderpanden te Dommelen, die weleer was geloofd aan wijlen Lerya Schilders.433 Te Ussen onder Oss bezat hij dat Sceepstalsche lant434; zijn grootouders Henrick Scilders en diens weduwe hadden in 1393 en 1400 3 1/2 mudzaad roggeland en 9 morgen broekland te Oss uitgewonnen van Godevart van Sceepstal.435 In 1472 was Jan Lodewijck Daems erfgenaam van een (deze?) Willem Schilder.436
Willem Jans Schilder was bij Aleyt natuurlijke dochter Willems van Dynther bastaardvader van twee dochters, wier kinderen en kleinkinderen in 1521 zijn nalatenschap te Maren, Oss, Lithoijen en Rosmalen deelden.437 Of
| 99 | ||||||||||||||||||||||||
Aleyt ook de moeder was van Willems bastaardzoon, is niet bekend. De kinderen zijn:438
IIIquinquies. WELLEN SCHILDER453 was bij Zoeta454 vader van de hiernavolgende kinderen. Aangezien hun kinderen Cristijn en Wellen in 1435 mede-erfgenamen waren van Bodo van Tyel455, mag Zoeta wel worden vereenzelvigd met de gelijknamige dochter van Bodo bij Cristijn N.456 Bovendien had zij een dochter Boda. Bodo van Tyel was in 1366 schepen van Den Bosch, samen met Gerit Schilder, en stierf in 1368.457 Hij bezat land te Oeteren en Rosmalen en het huis die Oedever met huisjes en kamers in de Orthenstraat.458 Behalve van Zoeta
| 100 | ||||||||||||||||||||||||
was hij vader van Willem Boden en van Christina, die was gehuwd met mr. Art van Oesterwijc, chirurgijn. Toen een mede-erfgenaam van Bodo van Tiel, - mr. Aert Boden, natuurlijke zoon van de chirurgijn mr. Bodo van Zanthen -, in 1440 een stukje erf in de Orthenstraat verkocht, zag Wellen Wellen Schilders van vernadering af.459 Wellen wordt in de Bossche schepen protocollen nauwelijks genoemd, wat misschien is te wijten aan zijn relatief jeugdige afsterven in 1394.460 Bekend is dat hij in 1374 lid werd van de Lieve Vrouwe-Broederschap in de Sint-Janskerk.461 Zijn weduwe Zoeta kreeg rond 1395 van haar schoonzoons Jan Willem Roeffs van Eyndoven en Jan die Bye ten erfcijns (16 oude schellingen) een kamer ofwel koopliedenkamer in de corte cameren, de kelder onder de grond voor die kamer, een deel van een kwart van het huis dat van wijlen Claes van Wijchen was geweest, te 's-Hertogenbosch geslaan aan de Markt naast het gewandhuis, alsook een huis over de Tolbrug. Deze panden waren van haar man geweest.462 In 1418 gaf zij een huis over de Tolburg uit in erfcijns.463 Ook bezat zij een erf over de Tolbrug buiten de oude stadsmuur, dat Otto en Wellen Schilder, zonen van Claes Schilder, van de stad hadden verkregen.464 Zij leefde nog in 1428, toen zij land in de Posteelscamp te Orthen aan de overzijde van de Dieze verpachtte.465
De kinderen waren:
| 101 | ||||||||||||||||||||||||
| 102 | ||||||||||||||||||||||||
Afkortingen
| 103 |
Noten | |
348. | GAH, Groot Ziekengasthuis 2821. 5 januari 1370. R 1175, f 220, datum secundo post Reminiscere 1369. R 1177, f 152, 1384; f 195, acht dagen na Sacramentsdag 1385; f 232, daags na Palmzondag 1386; f235, Kruisvinding (3 mei) 1386. R 1179, p. 389, datum sabbato post Pasca 1392. R 1180, p. 421, 6 dagen na Pasen 1396; p. 654, zondag na Kerstmis 1396. R 1181, f 307v, 13 januari 1400. R 1799; f 74v, 14 april 1393. |
349. | A.M. van Lith-Droogleever Fortuijn, J.G.M. Sanders en G.A.M. van Synghel (uitg.). Kroniek van Peter van Os. Geschiedenis van 's-Hertogenbosch en Brabant van Adam tot 1523 ('s-Hertogenbosch, 1997) 101. |
350. | GAH, R 1180, p. 746, daags na de zondag dat men Oculi zingt in 1397. Vgl. R 1193, f 85v. |
351. | GAH, Groot Ziekengasthuis 2356, 15 december 1400. |
352. | J.P.A. Coopmans, De rechtstoestand van de godshuizen te 's-Hertogenhosch vóór 1629 ('s-Hertogenbosch, 1964), 28. |
353. | GAH, R 1176, f 227v. |
354. | GAH, R 1223, f 323v, 23 juli 1423. R 1223, f 323v, 23 juli 1453. |
355. | GAH, R 1175, f 287v, datum in die Barbare 1371. |
356. | H. van Bavel, Regestenboek van het archief van de abdij van Berne (2 dln.; Heeswijk, 1984-1990) II, 14, no. 567, 25 april 1415. |
357. | GAH, R 1183, f 79v, Sint Petrus 1403. R 1184, f 147, datum sabbato post Pentecoste 1405. R 1799, f 177v, des manendach na den sonnendach alsmen singt Oculi 1400. |
358. | GAH, R 1799, f 150, des maendaechs na den sondach Quasi Modo 1400. |
359. | GAH, R 1189, f 82v, 27 februari 1415. |
360. | GAH, R 1177, f 92v, 30 december 1383. R 1184, f 174, datum tres post Sixti 1405. R 1196, f 152v, 17 juli 1427. In 1395 wordt een Robbertus van Doerne zoon Spyerincs van Aldenhuesden genoemd (R 1180, p. 310). |
361. | L.H.C. Schutjes, Geschiedenis van het bisdom 's Hertogenbosch (5 dln; Sint-Michielsgestel, 1870-1876) I, 288. |
362. | ABH, Obituarium van de Sint-Jan te 's-Hertogenbosch, p. 30. GAH, R 1248, f 315v, 11 juni 1479. Tafel van de Heilige Geest, oorkonde 1974, 30 maart 1439. A. van den Bichelaer, Het notariaat in Stad en Meierij van 's-Hertogenhosch tijdens de Late Middeleeuwen ( 1306-1531) (Amsterdam, 1998) bijlage 1, no. 173, houdt haar voor een bastaarddochter van Gerit Hels. |
363. | AKH, Kerkfabriek Sint-Jan 164, 3 augustus 1385. GAH, R 1177, f 5 5v, 1383. |
364. | GAH, R 1190, f 252v, 7 september 1417. |
365. | GAH, R 1219, f 123, 4 december 1448. |
366. | GAH, R 1176, f 232v, 12 december 1381. |
367. | GAH, R 1205, f 23v, 23 december 1434. |
368. | GAH, Groot Ziekengasthuis 902, 5 november 1440. Vgl. R 1218, f 181, 27 juli 1448. |
369. | GAH, R 1221, f 14, 12 november 1450. |
370. | GAH, R 1175, f 222v, datum sex post Pascha 1370. R 1181, f 14v, datum in crastino apostolorum Petri et Pauli 1397. R 1183, ff 225, 225v, in die Lucie 1403. R 1184, f 147, datum sabbato post Pentecoste 1405; f 55, datum quinto post conversione Pauli 1405. R 1189, f 282, 6 februari 1416. Tafel van de Heilige Geest, oorkonde 1538, 11 april 1413. |
371. | Van Lith-Droogleever Fortuijn e.a., kroniek van Peter van Os, 115, 124. |
372. | GAH, R 1176, f 101v. |
373. | GAH, R 1184, f 309, datum sabbato post Letare 1406. |
374. | GAH, Groot Ziekengasthuis 3391, 28 juni 1409. |
375. | GAH, f 233v, 1403-1404. |
376. | Archief Lieve-Vrouwebroederschap 's-Hertogenbosch 52, rekening 1419-1420, f 111v. |
377. | Archief Lieve-Vrouwebroederschap 's-Hertogenbosch 52, rekening 1419-1420, f 112. GAH, R 1205, f 12v, 9 november 1434. R 1210, f 384, 1 april 1440. |
378. | W.J, Formsma. De archieven van de Raad en Rentmeester-Generaal der Domeinen en der Leen- en Tolkamer in de stad en meierij van 's-Hertogenbosch ('s-Gravenhage, 1949) 26. |
379. | GAH, R 1193, f 251v, 10 november 1422. Vgl. R 1194, f 55v, 11 januari 1424. |
380. | GAH, R 1216, f 352, 28 juli 1446; f 357, 12 augustus 1446. |
381. | GAH, R 1219, f 80v, 17 juli 1449. |
382. | GAH, R 1219, f 27, 11 januari 1449. |
383. | RAH, Mariënkroon en Mariëndonk 453. oorkonde 688, 3 juni 1441: bij een testament is Lerya Claess Schilder getuige. Archief Lieve-Vrouwebroederschap 's-Hertogenbosch 52, rekening 1420-1421, f 121. |
384. | GAH, R 1206, f 116v, 16 augustus 1436. Vgl. R 1218, f 284, 10 juli 1448. R 1229, f 259, 7 februari 1459. R 1232, f 470, 7 mei 1463. R 1234, f 28, 19 januari 1465. |
385. | GAT, Oisterwijk R 147, los stuk bij f 9, 19 februari 1432. GAH, R 1210, f 384v, 8 april 1440. R 1213, f 323, 19 mei 1443. |
386. | GAH, R 1224, f 233v, 6 april 1454. |
387. | ABH, Obituarium van de Sint-Jan te 's-Hertogenbosch, p. 21. |
388. | GAH, R 1195, f 135, 4 augustus 1425. |
389. | GAH. R 1199, f 183v, 7 januari 1429. |
390. | W. Heesters en C.S.M. Rademaker, Geschiedenis van Sint-Oedenrode (Tilburg, 1972) 103. |
391. | GAH, R 1211, f 247v, 1 februari 1441. |
392. | GAH, R 1224, f 233v, 6 maart 1454. |
393. | GAH, R 1218, f 47, 30 december 1447. R 1229, f 217v, 26 april 1459. |
394. | GAH, R 1218, f 269v, 10 mei 1448. |
395. | GAH, R 1238, f 42v, 2 maart 1469. |
396. | GAH, R 1240, f 149, 11 juli 1471. R 1241, f 265, 23 juli 1472. R 1242, f 205, 15 juli 1473. R 1244, f 228v, 20 juli 1475. R 1245, f 123, 11 juni 1476. R 1246, f 237v, 24 juli 1477. R 1249, f 283v, 17 juli 1480. R 1250, f 505v, 19 juli 1481. |
397. | GAH, R 1217, f 370, 26 november 1446. R 1231, f 217v, 13 augustus 1461. R 1244, f 285, 23 januari 1475. |
398. | GAH, R 1195, f 39, 12 april 1425. R 1196, f 232, 24 april 1427. R 1197, f 241, 18 mei 1426. A. Smeijers, „De Illustre Lieve Vrouwe Broederschap te 's-Hertogenbosch. Archivalia bijeengebracht", Tijdschrift der Vereeniging voor Nederlandsche Muziekgeschiedenis, XII (1926)138. |
399. | Archief Lieve-Vrouwebroederschap 's-Hertogenbosch 52. rekening 1429-1430, f 217v. Vgl. rekening 1427-1428, f 198; zij wordt lid. |
400. | Archief Lieve-Vrouwebroederschap 's-Hertogenbosch 49, f 31. |
401. | GAH, R 1222, f 224v, 11 september 1452. Vgl. R 1223, f 323v, 23 juli 1453. |
402. | GAH, R 1223, f 92v, 4 juli 1453. |
403. | GAH, R 1223, f 323v, 23 juli 1453. |
404. | Van Lith-Droogleever Fortuijn e.a., De kroniek van Peter van Os, 173, 185, 217. |
405. | GAH, Groot Ziekengasthuis 3391, 23 maart 1453. R 1194, f 92v, 1 april 1424. R 1205, f 12v, 9 november 1434; f 23v, 23 december 1434. R 1213, f 109v, 27 juni 1443. R 1215, f 253v, 1 april 1445. R 1216, f 357, 12 augustus 1446. R 1218, f 269v, 10 mei 1448. |
406. | Van Lith-Droogleever Fortuijn e.a., De kroniek van Peter van Os, 158, 171, 174, 176. |
407. | GAH, Groot Ziekengasthuis 598, achterin, 11 juli 1452. Idem 599, achterin, 11 augustus 1455. Idem 2248, 28 augustus 1456. |
408. | D. van Heel, „Bijdragen tot de geschiedenis van het clarissenklooster te 's-Hertogenbosch", Taxandria, XL (1933) 265. |
409. | GAH, R 1197, f 94v, 24 juli 1428. |
410. | GAH, R 1223, f 43, 15 september 1453. R 1233, f 181v, 12 juni 1464; f 188v, 3 augustus 1464. |
411. | GAH, Oud archief, Collectie aanwinsten 7851, f 19, 1479. R 1233, f 86, 25 augustus 1464. R 1233, f 169, 17 maart 1464. R 1248, f 171, 2 maart 1479. R 1250, f 191v, 13 oktober 1480. |
412. | GAH, R 1237, f 14, 19 januari 1468. |
413. | GAH, Voorlopige inventaris van de blokken no. 6000, 13 oktober 1480. |
414. | ARAB, Rekenkamer 45093. f LXXXVIII. Zie voor bezittingen te Sint-Michielsgestel van Goyarl Schilders en zijn vrouw ook: GAH, R 1212, f 182v, 21 juni 1442. R 1231, f 120v, 14 mei 1461. |
415. | Koninklijke Bibliotheek Brussel, hs. II-6512. p. 114. |
416. | GAH, R 1231, f 217v, 13 augustus 1461. |
417. | GAH, R 1247, f 211v, 24 oktober 1478. |
418. | H. Keussen, Die Matrikel der Universiteit Köln (4 dln.; Bonn-Düsseldorf, 1892-1981) II, 217, no. 108. |
419. | GAH, Oud archief, Collectie Aanwinsten 7851, f 19, 1479. R 1256, f 272, 7 april 1487. |
420. | Van Lith-Droogleever Fortuijn e.a., De kroniek van Peter van Os, 241. |
421. | G. van den Elsen en W. Hoevenaars, Analecta Gijsberti Coeverincx (2 dln.; 's-Hertogenbosch, 1905-1907) I, 86, 87. |
422. | GAH, Oud archief A 539, f IIcIII, 22 augustus 1500. A 541, f 175, 22 augustus 1500. |
423. | GAH, Groot Ziekengasthuis 3391, 22 augustus 1500. Vgl. 2821, 1507. |
424. | AKH, Kerkfabriek Sint-Jan 1796, 22 augustus 1500. Vgl. D. de Kok, „Inventaris van het archief der klarissen te Megen", Bossche Bijdragen, IV (1921 -1922) 90. |
425. | Van den Elsen en Hoevenaars, Analecta Gijsbeti Coeverincx, I, 86, 87. |
426. | A.F.O. van Sasse van Ysselt, De voorname huizen en gebouwen van 's-Hertogenbosch, alsmede hunne eigenaars en bewoners in vroegere eeuwen. Aanteekeningen uit de Bossche schepenprotocollen, loopende van 1500-1810 (3 dln; 's-Hertogenbosch, [1911-1914]) II, 160. G.C.M, van Dijck, De Bossche optimaten. Geschiedenis van de Illustere Lieve Vrouwebroederschap te 's-Hertogenbosch 1348-1973 (Tilburg, 1976) 165, 166, 286. |
427. | Van den Elsen en Hoevenaars, Analecta Gijsberti Coeverincx, I, 92, 93. |
428. | GAH, R 1232, f 472, 26 mei 1463. R 1233, f 57v, 27 april 1464. R 1241, f 2, 4 oktober 1471. |
429. | GAH, Groot Ziekengasthuis 3391, 22 mei 1457. Vgl. W.J.F. Juten en H.J.M. Ebeling, „Noordbrabantsche schepenzegels", Taxandria, XXIV (1917) 45. |
430. | GAH, R 1242, f 39v, 17 maart 1473. R 1245, f 227v, 9 maart 1476. R 1246, f 157, 29 januari 1477. |
431. | GAH, R 1205, f 12v, 9 november 1434. R 1216, sexta post Letare 1446. R 1223, f 60, 23 maart 1453. R 1232, f 397, 21 juli 1463. R 1239, f 195, 10 januari 1470. Oud archief C 6. |
432. | GAH, R 1216, f 316, 2 juni 1446. Vgl. R 1217, f 306, 30 maart 1447. |
433. | GAH, R 1216, f 92, 23 juni 1446. |
434. | GAH, R 1239, f 102v, 26 juli 1470. |
435. | GAH, R 1799, f 74v, 14 april 1393; f 177v, des manendach na den sonnendach alsmen singt Oculi 1400. |
436. | GAH, R 344, 1 mei 1472. |
437. | GAH, R 1841, f 42, 6 januari 1521. |
438. | GAH, R 1255, f 102v, datum deciam marcii sexta post Judica 1486. R 1262, f 126, 18 januari 1493. |
439. | GAH, R 1262, f 14v, 20 december 1492; f 105v, 13 december 1492. |
440. | GAH, R 1262, f 351v, 31 mei 1493. |
441. | GAH, R 1262, f 14v, 20 december 1492. |
442. | GAH, R 1263, f 225v, 14 augustus 1494. |
443. | P. Gerlach O.F.M. Cap., „Enige Bossche beeldhouwers ten tijde van Jeroen Bosch", Varia Historica Brabantica, IV (1975) 363. |
444. | L.F.W. Adriaenssen, „De erfgenamen van heer Ghijsel Back, § 11. Bisschop Ophovius en zijn familie", De Brabantse Leeuw, XL (1991) 52. |
445. | GAH, R 1223, f 60, 23 maart 1453. R 1239, f 195, 10 januari 1470. |
446. | GAH, R 1279, f 416v, 1 juni 1510. |
447. | GAH, R 1256, f 420, 15 november 1486. |
448. | GAH, R 348, 23 januari 1494. |
449. | GAH, R225v, 14 augustus 1494. |
450. | GAB. Breda R 684, f 13, 15 maart 1589. |
451. | GAH, R 1265, f 274v, 21 juli 1497. R 1267, f 89, 9 maart 1499. |
452. | GAH, R 1256, f 100v, 21 augustus 1487. |
453. | GAH, R 1175, f 26, datum ferie post octavus Pasche 1368. R 1177, f 150, datum quinta post Dionisii 1384. R 1178, f 108v, daags na de octaaf van Pinksteren 1389 of 1390; f 232, daags na Palmzondag 1386. R 1799, f 68v, 22 april 1392; f 69v, 6 mei 1392. AKH, Kerkfabriek Sint-Jan 1778, 11 mei 1388. |
454. | GAH, R 1186, f 197v, quinta post Visitationes 1409. R 1188, f 288, 17 november 1412. R 1198, f 8, 28 december 1427. |
455. | M. Spierings, „Het obituarium of dodenboek van de Sint-Janskerk te 's-Hertogenbosch (1280-1435)", Boschboombladeren, 23 (januari 1979) 53. |
456. | Vgl. GAH, R 1186, f 161, secunda post Exaundi 1409; f 233, quarta post Egidii 1410. |
457. | Van Lith-Droogleever Fortuijn e.a., De kroniek van Peter van Os, 97. Archief Lieve-Vrouwebroederschap 's-Hertogenbosch 49, f 25v. |
458. | GAH, R 1205, f 193, 5 augustus 1435. |
460. | Archief Lieve-Vrouwebroederschap 's-Hertogenbosch 49, f 27. Idem 52, rekening 1395, f 135. |
461. | W.F.H. Oldewelt, Rekeningen van de Illustere Lieve Vrouwe Broederschap (1330-1375) (Z.pl., 1925) 110. |
462. | GAH, R 1180, p. 651. Vgl. R 1183, f 315v. R 1189, f 82. R 1218, f 272v, 28 mei 1448. |
463. | GAH, R 1190, f 440. Vgl. R 1189, f 82. |
464. | GAH, R 1207, f 45v, 6 februari 1437. |
465. | GAH, R 1197, f 44, 9 maart 1428. |
466. | RAH, Collectie Cuypers van Velthoven 3254, p. 181 (verwijzing naar ARAB, Raad van Brabant 528, f 71, 21 juni 1456). GAH, R 1188, f 196v, datum in vigilia nativitatis Johannis Baptiste 1413. R 1206, f 51v, 24 februari 1436. R 1218, f 272v, 28 mei 1448. |
467. | GAH, R 1180, p. 651, enkele dagen na de zondag dat men Invocavit zingt 1396. |
468. | GAH, R 1187, f 123, datum sexto post octavas Pasche 1411. |
469. | GAH, R 1186, f 94v, R 1190, f 129. |
470. | GAH, R 1206, f 51v, 24 februari 1436. R 1207, f 45v, 6 februari 1437. R1218, f 272v, 28 mei 1448. R 1233, f 86v, 27 augustus 1464. |
471. | RAH, Oorkonden verzameling Provinciaal Genootschap 20, 8 juli 1358. Abdijarchief Postel, charters Gennep no. 4, 2 april 1339. |
472. | GAH, Tafel van dé Heilige Geest, oorkonde 354a, 29 mei 1352. |
473. | Abdij archief Postel, charter Eindhoven 3. Met dank aan Jan Melssen van het streekarchief te Eindhoven. |
474. | L.F.W. Adriaenssen. „De Diessense tak van de familie Schilders. Boeren, beneficianten en bankiers", De Brabantse Leeuw, XLVI (1997). |
475. | GAH, R1212, f 40v, sabbato post Oculi 1442. R 1218, f 266, 22 april 1448; f 271, 18 mei 1448. |
476. | GAH, R 1799, f 46v, 10 januari 1390; f 47, 25 april 1390; f 190v, des maendaechs na dertiendach 1401: f 197, 23 januari 1402. |
477. | Van Lith-Droogleever Furtuijn e.a., De kroniek van Peter van Os, 115, 124. |
478. | N.H.L. van den Heuvel, De ambachtsgilden van 's-Hertogenbosch vóór 1629. Rechtsbronnen van het bedrijfsleven en het gildeweze (Utrecht, 1946) 81-83, no. 38. |
479. | GAH, R 1192, f 104v, 21 maart 1421. R 1212, f 40, 10 maart 1442. |
480. | GAH, R 1181, p. 268, in datum die Sebastiani 1399. |
481. | GAH, R 1799, f 149, des maendaechs na den sondach Quasi Modo 1400. |
482. | Archief Lieve-Vrouwebroederschap 's-Hertogenbosch 52, rekening 1405-1406, f 30. |
483. | GAH, R 1197, f 297, 3 september 1426. |
484. | GAH, R 1210, f 309v, 24 maart 1439. |
485. | GAH, R 1188, ff 393v, 14 april 1414. |
486. | GAH, R 1189, f 100v, 28 juni 1415. |
487. | Archief Lieve-Vrouwebroederschap 's-Hertogenbosch 52, rekening 1405-1406, f 30. |
488. | Van Lith-Droogleever Fortuijn e.a., De kroniek vet n Peter van Os, 163. |
489. | GAH, R 1212, f 150, 9 maart 1442. |
490. | GAH, R 1206, f 180v, 14 april 1436. |
491. | GAH, R 1216, f 351v, 20 juli 1446. |
492. | GAH, R 1205, f 123, 12 maart 1435. |
493. | GAH, R 1210, f 192v, 23 april 1440. Vgl. R 1211, f 281v, 6 oktober 1440. |
494. | GAH, R 1192, f 245v, 25 september 1421. |
495. | GAH, R 1178, ff 31v en 38v. |
496. | GAH, R 1183, f 374v, 1404. |
497. | GAH, R 1179, p. 688. datum quinta post Pentecoste 1393. |
498. | GAH, R 1180, p. 18. datum in crastino Lamberti 1394. |
499. | GAH, R 1196, f 60, 2 april 1427. |
500. | B.C.M. Jacobs, Justitie en politie in 's-Hertogenbosch voor 1629. De bestuursorganisatie van een Brabantse stad (Assen, 1986) 259. |
501. | GAH, R 1799, f 106v, des manendach na sente Agaten dach 1395. |
502. | GAH, R 1799, f 51v, 9 januari 1391; f 53, 3 januari 1391; f 54v, 6 februari 1391. |
503. | GAH, Rijke Claren 44, f XXXIIII: in festo beati Calixti papi 1406; feria quarta post festum beati Mathei apostoli et evangeliste 1410. |